Commentaar op artikel in NRC “Supermarkt dringt landbouw veiligheid op”, datum artikel 04/04/2001
Amsterdam, 6 april 2001
N.R.C.
t.a.v. de Heer Volkert Jensma,
Hoofdredacteur,
Postbus 8987,
3009 TH Rotterdam
Geachte Heer Jensma,
Het artikel “Supermarkt dringt landbouw veiligheid op” in uw krant van 4 april jl., geschreven door M. Heselmans schreeuwt om een reactie.
De eerste indruk: de handel (supermarkt) neemt het voortouw op om te zorgen voor veiligheid van ons voedsel. Wat is dit? Is de overheid niet meer in staat de veiligheid van ons voedsel te garanderen, waarover zij zo hoog opgeeft?
Waarin moet de burger/consument nog vertrouwen hebben nu die supermarkten wel eventjes voor die voedselveiligheid zullen zorgen, of liever: de zwarte Piet aan de Landbouw doorspelen? Niemand kan tegenwoordig garanties afgeven – geen verzekeringsmaatschappij verzekert de risico’s die de onwetende burger loopt (maar die wel bekend zijn uit wetenschappelijke artikelen, gepubliceerd vóór b.v. de indiening van een vergunningaanvrage!)
Men probeert het etiket van veiligheid van ons voedsel de Landbouw in de schoenen te schuiven. Welke kennis b.v. over de moderne chemische bestrijdingsmiddelen heeft de Landbouw in huis? Welke voorlichting krijgt die? Welke gezondheidsschadelijke elementen zitten er in die pesticiden?
De boeren krijgen het veevoer aangeleverd, zonder dat zij weten wat er in zit, van welke oogsten deze zaden zijn, b.v. residuen van welke pesticiden, bromoxynil, bacillus thuringiensis, enz.
Hoe kan je op een wet vertrouwen, als “men” niet weet welke schadelijke stoffen in de herbiciden zitten die op de plant gespoten werden, en voor ruim 90% in die plant werden opgenomen. (Congres St. Louis)
Hierover wordt door de chemische industrie het zwijgen toegedaan. De samenstelling van de herbiciden is alleen bekend aan het C.T.B. (College Toelating Bestrijdingsmiddelen). Zelfs andere Wageningse wetenschappers (o.a. RIKILT) weten dat ook niet. De boeren gaan af op de voorlichting door de chemische industrie. De aangeleverde dossiers worden geëvalueerd om te zien of de gegevens aan de regels voldoen. Testen? Een vreemd woord! De vrijwillige diervoedertest bestaat niet. Deze bestaat slechts uit het invullen van vragenlijsten. Een protocol van de test is er niet!
Als het herbicide Liberty of Finale, gelijk is aan Basta qua samenstelling, dan zit in de “formulering” van Liberty o.a. 30% AES (Alkylether sulfaat), hetwelk CARDIOVASCULAIRE EFFECTEN geeft (vaatverwijdering, resp. vaatvernauwing, afhankelijk van de dosis, enz.).
Maar de burger, boer en wetenschapper en “deskundigen” weten niet wat de samenstelling is. Dit geldt voor alle pesticiden. De bestrijdingsmiddelenwet praat slechts over de “werkzame stof” (technical) en de omzettingsproducten daarvan, maar niet over de “formulering” (80%). Dit is ZEER KWALIJK. Meerdere gevalideerde rapporten maken er melding van dat de toevoegingen aan de werkzame stof gezondheidsschadelijker zijn dan de “werkzame stof”, zodat de lofzangen over de werkzame stof grove misleidingen zijn. Ik heb NERGENS gelezen, dat de z.g. hulpstoffen – de toevoegingen – geanalyseerd werden. Is dat veilig???
(Ik heb veel literatuur over dit onderwerp).
Heeft u stilgestaan bij de werking van herbiciden in sloten, enz. die daar terecht kwamen door drift, uitspoeling enz.
Met betrekking tot de afgrazing van phytoplankton door zooplankton in bepaalde poelen en vijvers bij lage doses herbiciden neemt de druk op phytoplankton af, met gevolgen van dien (overmatig groei van phytoplankton).
Ik lees:”….significant negative effects on a variety of zooplankton taxa at environmentally relevant concentrations and relatively slow recovery therefrom, suggest a substantial risk of sustained adverse impacts on the zooplankton communities should these herbicides contaminate shallow lentic ecosystems. Extensive mitigative measures are required to protect such waterbodies from potential impacts of phosphinothricin-based herbicides” en “….large difference in values between the technical and formulated products indicates that the formulation may be important when determining the toxicity of these products to aquatic invertebrates” (Faber et al. in Environmental Toxic. and Chem. Vol. 17, no. 7, 1998).”
Hoe kan de Landbouw instaan voor veiligheid van de producten in de winkel? Of – nog erger – hoe kan de consument zijn eigen verantwoordelijkheid opgedrongen krijgen door zijn kruidenier – die consument zit nota bene aan het eind van de voedselketen. (ik spreek hier niet over hygiënische maatregelen).
Een paar jaar geleden sprak de overheid nog erover, dat de verantwoordelijkheid voor de veiligheid van de zaden lag bij de producent van het “uitgangsmateriaal”. Dit laatste woord wordt gewoon UITGEVLAKT en blijft slechts over “producent”. Waarom? Misleiding?
Omdat een producent van het uitgaansmateriaal nl. Monsanto een verklaring uitgaf, dat zij niet instonden voor de veiligheid van hun product. Da’s een mooie!!!(Die verklaring wil ik u desgewenst wel toesturen).
Een paar jaar geleden heb ik aan de bel getrokken over de voedselveiligheid. Er is sindsdien niet zoveel veranderd. Er moet nog steeds van alles onderzocht worden. Natuurlijk, maar dring niemand van de keten verantwoordelijkheid op voor veilig voedsel. Die residuen van herbiciden in de planten zijn de verantwoordelijkheid van de producenten van het uitgangsmateriaal.
Wist u dat Canada 70% van de oogsten bestemd voor veevoer niet test op toxicity? Het is toch maar veevoer. Maar de narigheid krijgen we wel op ons bord.
Aan het eind van het maagdarmkanaal is niet alles afgebroken. Gedurende het “traject” van de spijsvertering wordt het in de plant geacetyleerde herbicide weer “terugomgezet” in het originele herbicide. Wist u ook dat de darmporiën van de colon bij de koe groter zijn dan die bij het schaap? (porte d’entrée voor ongewenste stoffen in vlees, melk, enz.?)
Uit het aangehaalde artikel in Uw blad: de teler moet aan de afnemer (b.v. Albert Heijn) laten zien, dat hij een “deskundige” geraadpleegd heeft, en zich aan de wet heeft gehouden.
Dit is toch de wereld op zijn kop? Albert Heijn dus zal uiteindelijk beslissen – aan de hand van een “deskundigenrapport” – of een bepaald product wel of niet schadelijk is voor de gezondheid Dus is de afnemer de hoogst verantwoordelijke!!! (Albert Heijn, in dit geval). (i.p.v. de minister).
Dit hele idee geeft de ultieme onkunde aan van de beleidsmakers op het punt van schadelijkheid voor de gezondheid van de mens! Bedoeld “deskundigen-rapport” is van nul en gener waarde. Die deskundige/wetenschapper weet nl. niet hoe schadelijk de toegepaste pesticiden zijn. Dat weet alleen God, d.w.z. de C.T.B. (aardige mensen overigens).
Ik moet aannemen, dat de C.T.B. analyses gedaan heeft over de toevoegingen aan de werkzame stof, en dat men weet wat de werking is van b.v. AES,(alkylether sulfaat) en de voor mij nog onbekende 40% van de formuleringen!
Duidelijk, dat de wet niet deugt (de regelgeving) en de CTB zich niet achter de regelgeving mag verschansen om de samenstelling van de pesticiden niet bekend te maken. Het is een kwestie van volksgezondheid. Ik ben hierover in beroep gegaan bij het College van Beroep voor het Bedrijfsleven.
Met vriendelijke groeten,
L. Eijsten.
xxxxxxxxxxxxxxxxx
xxxx xx Amsterdam
xxx xxxxxx
P.S. Mijn mededelingen kan ik onderbouwen met documenten!
Zie ook: Commentaar op artikel in NRC “Supermarkt dringt landbouw veiligheid op” (vervolg)
Archief TSS: Bezwaarschriften en commentaren van Lily Eijsten.